De kathedraal van Westenschouwen


De kathedraal van Westenschouwen.

 

Marinus Boezem, wie kent hem niet…..wie wel?

 

Marinus Lambertus van den Boezem geboren te Leerdam, 28 januari 1934 is een Nederlandse conceptueel kunstenaar en beeldhouwer is het brein en de bouwer van de kathedraal nabij Westenschouwen.

 

Boezem wordt, samen met de kunstenaars Jan Dibbets en Ger van Elk, gezien als de grondlegger van de conceptuele kunst en arte povera in Nederland in de jaren zestig. Hij staat bekend om zijn vernieuwende kunstopvattingen, zijn bizarre en vaak ludieke happenings en zijn werk in de openbare ruimte.

 

In 1954 begon Boezem zijn artistieke opleiding aan Academie Artibus in Utrecht, maar verliet deze na een jaar om zijn studie verder te vervolgen aan de Vrije Academie in Den Haag. Tot eind jaren vijftig was Boezem vooral actief als kunstschilder en tekenaar, maar vanaf de jaren zestig ging hij ook ruimtelijk werken. Geïnspireerd door het Nouveau Réalisme (Nieuw realisme) rekende Boezem af met het spirituele en ambachtelijke in de kunst en begon hij met het maken van werken die dicht bij het maatschappelijk leven staan en waarin de openbare ruimte een belangrijke rol speelt. In de jaren zeventig werd ook lesgeven een belangrijke bezigheid van Boezem. In de jaren tachtig werkte hij aan een aantal grote projecten waarin het landschap een belangrijke rol speelt.

Zijn grootste en belangrijkste project uit deze periode is De Groene Kathedraal. Voor dit kunstwerk liet Boezem 178 Italiaanse populieren aanplanten in de vorm van een gotische kathedraal in de Flevopolder bij Almere. Hiervoor gebruikte hij de plattegrond van de Notre-Dame in Reims (1211-1290). Boezems landschapswerken worden ook wel tot de Land Art gerekend. Motieven als landschap, heelal, klimaat, licht, lucht en cartografie staan centraal in Boezems oeuvre en komen terug in zijn werk uit de jaren tachtig en negentig.

In het Kroondomein Het Loo staat een kathedraal van bronzen boomstronken. Op de vloer van de Vleeshal in Middelburg strooide Boezem in 2010 in graan de grondtekening van de Basilica di San Francesco d’Assisi. Met als titel A volo d’uccello (In vogelvlucht). Het werk gaat gepaard met vogels die van het graan eten – een verwijzing naar de heilige Assisi die volgens overlevering met vogels kon praten. 

 

En aan de oever van de Oosterscheldekering op de Neeltje-Jans bevindt zich Abri (1994). Manshoge basaltblokken verbeelden de zuilen van diezelfde Notre-Dame en worden met elkaar verbonden door lijnen van witte wegenverf die de structuur van het gewelf symboliseren. Bij de ‘ingang’ van de kathedraal ligt een granieten steen met de plattegrond in miniatuur en de inscriptie ‘Abri Marinus Boezem 1994’.

Waarom koos Boezem voor de kathedraal van Reims ? “Ik zie daar het hoogtepunt in van het uitbeelden van ruimte door de mens. Bovendien had zo'n kathedraal een heel basale functie. Het was ook een vluchtplaats en tegelijk een gemeenschapshuis voor de bevolking.”  De kruis- en spitsbogen zijn op de grond in betonnen paden uitgezet. De dikke strepen overdwars stellen de trafeeën van het gewelf voor en de schuine verbindingen daartussen de kruisribben. Boezem: “Gewelven werden in de middeleeuwen wel de spiegel van de hemel genoemd.”