De eerste zomerhuizen in Westenschouwen 1918-1943

met dank aan Edzard Gelderman voor zijn geschriften in het boek: Kroniek van Het land van de zeemeermin,en via open tekst op internet). Het overzicht hier is ingekort met veelal andere foto’s dan in het origineel. Tip: Koop het boek voor het complete overzicht en andere foto's.

 

In Westenschouwen kwam rond 1918 een bescheiden ontwikkeling van zomerhuizen in de duinen op gang. In de kleine besloten gemeenschap kwam aan het begin van de 20e eeuw langzaam maar zeker verandering door de komst van enkele vaste gasten. In dat jaar werd het jachthuis De Houtsnip bouwden. Kort daarop het houten zomerhuis De Abeelen. In 1920 verschenen weer nieuwe vaste gasten. De twee antieke huizen aan de huidige Westenschouwenseweg, het linker thans met de gevelsteen “Dit is in de voorsienigheyt” en het rechter met de naam De Alikruuk, oorspronkelijk arbeiderswoningen, werden in 1920 tot zomerhuizen ingericht. Met de komst van deze nieuwe inwoners met hun gasten raakte Westenschouwen meer en meer in beeld als een ideale plaats voor recreatie. Dit leidde in de jaren twintig en dertig van de 20e eeuw tot de bouw van verschillende zomerwoningen in de duinen van Westenschouwen, ontworpen naar de smaak van die dagen. Veruit de meeste van deze zomerhuizen in Westenschouwen werden door locale aannemers gebouwd. Dat lag voor de hand, mede omdat Schouwen-Duiveland als eiland slecht bereikbaar was. Soms voor eigen rekening, maar meestal in opdracht bouwden de metselaar Karel Lemsom (1877-1957), de timmerman Piet Romeijn (1872-1941) en de aannemerij Bijkerk-Steur, allemaal te Burgh en de timmerman Willem Gilijamse (1895-1983) te Haamstede veel van deze huizen.  

De plaatsaanduiding van de vergunde bouwprojecten was, afgezien van kadastrale gegevens, wisselend. Veelal werd een globale aanduiding gebruikt als ‘in de duinrand’, ‘in de duinen’, ‘aan de duinvoet’, ‘aan de Kampweg’, ‘aan de Duinweg’, ‘aan de Toledo’s weg’. De adresgegevens bestonden uit de aanduiding Burgh, letter A gevolgd door ter plaatse niet logisch opvolgende nummers. Dit was ook minder nodig: alle huizen droegen een algemeen bekende eigen naam. Je zat ‘op De Houtsnip’ of verbleef ‘in De Bergeend’. Deze huisnamen waren veelal ontleend aan de plaatselijk natuur. Planten zien we in: De Abeelen, Duindoorn, Wilde Roos, Ribes, Lijsterbes, Meidoorn en Kamperfoelie. Dieren vinden we in:  De Houtsnip, naar een geschoten ‘doublet snippen’, jachtsucces van de bouwheer, De Wielewaal, De Kolle, dit is zeekolle of zeemeeuw. Bijzondere locaties zijn verwerkt in: Schuilhoek, waar voorheen de koeien schuilden,  Duinhuys, Kamphuys, De Wijde Blik. Romantische fantasie leidde tot: Zonnehuis, Zeedraak, De Stolpe, referte aan de knusse stolpboerderij, Klein Hoeve en Scoude, een middeleeuwse variant op de naam Schouwen. Er was aanvankelijk geen werkelijke openbare weg langs de duinen. De huidige Hogeweg-Kraaijensteinweg heeft in vroeger jaren verschillende benamingen gekend: tot aan de Haaijmansweg de weg van Burgh naar Westenschouwen, en daarna Duinweg(je), Toledo’sweg(je). Deze liep als karrenspoor tot over het thans afgesloten duinpad Toledo’s pad rechtdoor naar het strand. De Toledo’s weg werd pas in de jaren dertig in een grote bocht doorgetrokken naar het einde van de huidige Steenweg. Daar werd bij de trap naar het strand de rotonde gevormd. De weg werd, eenmaal beklinkerd, verheven tot Provinciale weg. Oorspronkelijk liep de toegang van het dorp Westenschouwen vanuit Burgh over de Hogeweg, Haaijmansweg en Lageweg. Vanuit Westenschouwen liep de huidige Steenweg eveneens als karrenspoor rechtdoor naar de trap naar het strand.

 

De komst van de zomerhuizen. In de onderzochte periode kwamen de volgende zomerhuizen in Westenschouwen tot stand. De huizen in de duinen werden zowel links (De Vlinder, De Hut, Duinhuys, Zeedraak, Weskenshil, Casula Nostra) als rechts (De Kolle, Duindoorn, De Wijde Blik, De Abeelen, Zonnehuis, De Houtsnip) van de trap naar het strand gebouwd: na de oorlog was slechts rechts van de trap (her-)bouw toegestaan. Vrijwel alle huizen waren wit gesaust, hadden rode pannendaken en groengelakte ramen met luiken. Regenbakken en grondwaterpompen leverden het benodigde water. Verlichting werd, totdat de elektriciteit kwam, met olielampen en kaarsen verzorgd. Veel van de bouwheren hadden een directe band met de Westhoek. Zij woonden en werkten op Schouwen, met name in Zierikzee, hadden er familiebanden of hadden er gewerkt.

Het eerste buitenhuis dat in Westenschouwen verscheen was het jachthuis De Houtsnip, dat gevorderd als Duitse commandopost de tweede wereldoorlog min of meer doorstond, maar helaas in 1975 alsnog onder de slopershamer is gevallen. In 1918 gebouwd. Het lag rechts van de huidige ingang naar de Domeinen op een perceel ‘bosch en weiland’. Deze woning was gelegen aan de toen nog geheten Duinweg, later Toledo’s pad en nog later Kraaijensteinweg.

 

In 1946 wordt de garage van De Houtsnip, welke achter de woning lag, omgebouw tot zomerhuis “De Bergeend”, heden Kraaijensteinweg 134A. De Houtsnip op zich is in 1975 gesloopt. Op bijna dezelfde plaats is in 1988 een nieuwe woning gebouwd, Kraaijensteinweg 134

In 1918 werd vergunning verleend voor het bouwen van een houten zomerhuis ‘aan het einde van de Duinweg’. In 1932 werden de buitenwanden te verstenen. Het huis De Abeelen, later inmiddels helemaal wit geschilderd, heeft tot de afbraak in maart 1943 halverwege links van het Toledo’s pad gestaan. Na de oorlog heeft men aanvankelijk verzocht de herbouwplicht voor De Abeelen te mogen verplaatsen naar Cadzand, in 1954 verkreeg men de gevraagde toestemming maar men heeft uiteindelijk toch op de plaats van De Abeelen in 1955 een nu nog bestaand nieuw huis laten bouwen. Deze nieuwe vakantiewoning werd naar zijn voorganger genoemd, n.l. ook 'De Abeelen', deze staat op de locatie, Toledo's Pad nr. 1. 

Ook werd in 1919 een vergunning voor het bouwen van een zomerhuis ‘aan de duinvoet’ van Westenschouwen afgegeven aan wijngrossier Van der Wal uit Rotterdam. Dit werd het “Duinhuys”, ligging tussen bocht 1 en 2 van het duinpaadje vanaf de rotonde. Woning werd tussentijds verkocht aan freule Schimmelpenninck-Van de Oye, eerste eigenaars verhuisden hierop naar Zuid-Afrika. In oktober 1939, in de tijd van de oplopende oorlogsdreiging, vroeg en verkreeg de eigenares vergunning voor het bouwen van een garage tevens schuilkelder bij het huis. Het heeft niet mogen baten: het geheel werd in maart 1943 op last van de Duitse bezetter met de grond gelijk gemaakt en nadien niet meer herbouwd. Na de oorlog heeft nog enkele jaren een door de Duitsers daar gebouwde bunker als zomerhuisje met de naam De Zeven Konijnen in gebruik gestaan, totdat ook deze in de jaren zestig werd opgeruimd. De herbouwplicht voor het verdwenen Duinhuys werd in 1954 verplaatst naar een perceel aan de Steenweg nr. 10, dat de naam kreeg “De Wielewaal” (heden “De Deining) . Lees verder bij “De Wielewaal”.

 

 

 

Hiernaast ziet u de voormalige bunker die in opdracht van de fotograaf Pino Prins omgebouwd werd tot "De Zeven Konijnen".

Meer info onder het kopje "bekendheden".


In 1922 werd het zomerhuis Zeedraak in de duinen ter hoogte van de Stekeldijk, links van de grote trap naar het strand gebouwd. Woning lag gesitueerd tussen het Duinhuys en de Stekeldijk. Bij het huis werd in 1926 nog een rietgedekt stenen schuurtje. Ook de Zeedraak werd in maart 1943 op last van de Duitse bezetter afgebroken. Het zomerhuis is niet herbouwd maar de herbouwplicht c.q. de rijksbijdrage in het kader van de wederopbouw en volkshuisvesting werd in 1952 verplaatst naar een perceel aan de Steenweg nr. 8, rechts naast de ingang van ‘De Kure’, dit werd het pension "Zonnehof".

Eind 1922 werd aan vergunning verleend voor het bouwen van een ‘landhuisje in de duinen’. Het werd het zomerhuis De Kolle, rechts van de trap naar het strand, schuin boven het latere hotel Zeelust. In 1934 werd het huis van een ‘loggia’ voorzien. Ook De Kolle heeft het oorlogsgeweld niet overleefd: in maart 1943 viel het huis in Duitse opdracht onder de slopershamer. Ook deze woning is niet herbouwd.

Hier ziet u "De Vlinder".

Links van de grote trap, te zien is nog de consumptietent, nu paviljoen “Duinzigt”, naar het strand werden nog twee houten zomerhuizen gebouwd, die de oorlog evenmin hebben overleefd:  De Hut, en De Vlinder. Beide huizen zijn eveneens in 1943 op last van de bezetter afgebroken. 
In augustus 1926 ontving Jeremias Marinus van Vessum, de exploitant van het hotel-pension “Zeelust”, vergunning voor het bouwen van een landhuisje in de duinen. Dit werd het houten huisje De Vlinder , dat links van de trap heeft gelegen. De herbouwplicht is na de oorlog vervuld door aan de rechterzijde van de trap het huis De Kogge (thans “De Kleine Beer”) te bouwen.

In 1927 werd voor hetzelfde perceel de bouw van een vergelijkbaar houten landhuisje van dezelfde leverancier. Dit werd het links van de trap, hoger in de duinen gelegen dan De Vlinder, het houten huis “De Hut”.

Eind 1926 werd vergunning verleend tot het bouwen van een ‘woonhuis aan de duinen’ te Westenschouwen. De vergunning betrof het zomerhuis Weskenshil, wat links van de trap naar het strand hoog in de duinen schuin achter de Zeedraak gelegen. Weskenshil werd in maart 1943 op last van de bezetter afgebroken. In 1953 werd de herbouwplicht en oorlogsbijdrage overgedragen aan de gemeente Renesse ten behoeve van de bouw van een nieuwe ambtswoning voor de burgemeester aldaar. 

In oktober 1926 verwierf Jeremias Marinus van Vessum vergunning voor het bouwen van een hotel-pension aan de rotonde, onderaan rechts van de trap naar het strand. Dit werd het Hotel-pension Zeelust, dat op 6 mei 1927 in aanwezigheid van vele gasten onder wie burgemeester en wethouders en de bestuursleden van de vereniging voor vreemdelingenverkeer met hun dames feestelijk werd geopend. In maart 1931 mocht hij zijn terras met een meter verbreden en in november van dat jaar werd hem vergund het terras te overkappen met een houten afdak, voorzien van eterniet golfplaten. De fundering van het hotel is nog aanwezig en is aan de straatkant nog te zien.

 

Op 13 januari 1928 verleenden burgemeester en wethouders van de gemeente Haamstede vergunning voor de bouw van het woonhuis “Zonnehuis”. Het huis stond aan de noordzijde van het Toledo’s pad, halverwege de duinen. Het moest eveneens in maart 1943 verdwijnen. De topgevelsteen,welke op de linkerfoto aan de rechterzijde zit, met een stralende zon en de naam van het huis ligt ter plaatse, naast de in 1937 bijgebouwde garage die thans als zomerhuis is ingericht, als herinnering in de tuin. Thans Kraaijensteinweg 144.


In 1932 is men begonnen met de bouw van een huisje in een duinvallei te Westenschouwen. Het perceel al eerder gebruikt om te kamperen: een jaar eerder een bouwvergunning verkregen om er een ‘privaat’ te bouwen. Het zomerhuisje betreft het niet in een vallei maar hooggelegen piepkleine Casula Nostra. Dit huisje is als enige van de duinhuizen in 1943 niet afgebroken. Mogelijk vond de bezetter dit ‘arendsnest’ om strategische redenen de moeite van het behouden waard. Het ligt nu als enige huis links van de trap paradijselijk hoog in de duinen, halverwege de weg naar De Punt.

Karel Lemsom kocht op 21 december 1931 van Cornelia Quant, weduwe van Barteld Boot Janszn een perceeltje duingrond van 16 a. en 90 ca. gelegen Kampweg, hoek ‘Stekeldijk’,  de oude inlaagdijk die onder de duinen verdwijnt en waarover het verkeer op de Kampweg van en naar De Punt rijdt. Voor de bouw van een duinhuis verkrijgt hij in januari 1932 vergunning. Het blijkt te gaan om het zomerhuis De Schouwse Kamp. In de oorlogsdagen is De Schouwse Kamp geruïneerd. Op de fundamenten van het verwoeste huis werd met behulp van een rijksbijdrage in herstel van de oorlogsschade rond 1956 het huidige huis De Os neergezet, Kampweg 11. De nieuwe naam De Os is ontleend aan de enorme gevelsteen met de afbeelding van een os, afkomstig van de boerderij op het landgoed Langenhorst bij Wassenaar.

In februari 1933 verkreeg men vergunning voor het bouwen van een ‘landhuisje’ in de duinen. Het huis betrof de Duindoorn dat ten zuiden van het Toledo’s pad in de duinen werd gebouwd. Ook dit huis sneuvelde in maart 1943 op bevel van de Duitse bezetter. Niet te verwarren met het hedendaagse zomerhuis "Duindoorn" gelegen links naast inrit van de boswachterij.

1933, Startte de bouw van een ‘woning’ in de duinen van Westenschouwen. Het werd het hoog, links van het Toledo’s pad, gelegen huis dat de passende naam De Wijde Blick verkreeg. Ook dit huis is in maart 1943 op last van de bezetter afgebroken. In de jaren vijftig heeft de eigenaar aan zijn herbouwplicht voldaan door een nieuw huis meer naar het zuiden te bouwen. Het nieuwe huis, genaamd "De Zeemeermin", met het kenmerkende lessenaardak, ligt halfhoog in het midden van de duinen tussen de grote trap en het Toledo’s pad, Kraaijensteinweg 152, ongeveer ter plaatse van het afgebroken zomerhuis Duindoorn.

 

 

Buiten de duinen werden in deze periode natuurlijk ook zomerhuizen gebouwd.

 

 

In het midden op de achtergrond Lageweg 36.
In het midden op de achtergrond Lageweg 36.

In het jaar daarop, 1919, kwamen in Westenschouwen op initiatief van twee Rotterdammers twee nieuwe zomerhuizen tot stand. In mei van dat jaar kreeg dr. K.A. de Raaf uit Rotterdam vergunning om aan de Lageweg nr. 36 een zomerwoning te bouwen. Het was een geavanceerd ontwerp in gewapend beton. In de Zierikzeese Nieuwsbode van 4 juli 1919 wordt bericht dat het gebouw uit betonplaten is samengesteld en als een paddenstoel uit de grond verrijst. Van origine was het een huis dat deels was opgebouwd uit betonplaten, heel vroege prefab. Van dit nieuwe type had de ontwerper en aannemer fa. P. Klootwijk te Rotterdam  met goed resultaat huizen gebouwd in Rotterdam, Nijkerk, Ermelo, Hillegersberg en Leidschendam. Dit was het wit gesausde huis "Sorrefrij", later "Zorgvrij" en nog later "Scoude", gelegen aan de Lageweg 36 naast de weide van de Meypacht. Van ca. 1958 tot ca 1985 woonde het echtpaar Baan hier. Scoude is Latijns later verbasterd naar Schouwen. Het werd in 2011 afgebroken en onlangs vervangen door een nieuw zomerhuis in een heel andere bouwstijl.

 

Vijf huisjes van het hotel Bom te Haamstede: Wilde Roos, Ribes, Lijsterbes, Meidoorn en Kamperfoelie.

Met de toename van het toerisme kwam ook een meer commerciële nieuwbouw opgang. De eigenaar van het hotel-pension en restaurant Bom te Haamstede, C.J. Bom, verkreeg in de zomer van 1933 vergunningen voor de bouw van de vijf witte zomerhuisjes, oorspronkelijk drie met een laag puntdak, twee daarachter gelegen met elk een hoog zadeldak: van noord naar zuid: Wilde Roos, Ribes, Lijsterbes, Meidoorn en Kamperfoelie.  Deze huisjes liggen nog steeds langs de fraaie weide van de Meypacht in Westenschouwen tussen de Kraaijensteinweg en de Lageweg. Op de linkse foto ziet u links het zomerhuisje “Huisje van Bom”, daarnaast de vijf andere zomerhuisjes.

Villa “De Schuilhoek”, werd in 1934 louter en alleen gebouwd als vakantieverblijf voor het gezin Stoon. Zie Hfst 34: Bekendheden.

In augustus 1934 verkreeg mr. Cornelis Marinus Moolenburgh te Haarlem, vergunning voor de bouw van een ‘zomerhuis’ aan de Steenweg. Dit werd het nog bestaande huis De Stolpe tegenover de Camping Duinoord, vroeger gelegen aan graanvelden, thans naast de grote parkeerplaats bij de rotonde. Dit huis werd door de bezetter gevorderd en als woonhuis voor manschappen gebruikt. Het huis is de oorlog redelijk doorgekomen. 

Aan het eind van 1934 verkreeg de metselaar Karel Lemsom vergunning om voor eigen rekening een ‘zomerhuis’ te bouwen op de hoek van de Kampweg en de Steenweg. Dit werd het nog bestaande huis, oorspronkelijk De Wielewaal, dat thans als Dubbel Zes bekend is. De eerste bewoners gaven het de naam “De Wielewaal”. In 1954 werd de herbouwplicht c.q. rijksbijdrage voor de wederopbouw en volkshuisvesting voor het in 1943 verdwenen Duinhuys verplaatst naar een perceel aan de Steenweg nr. 10 , ten westen van de ingang van ‘De Kure’ en verhuisden de bewoners van De Wielewaal naar dat nieuwe pand waarbij zij de naam De Wielewaal meenamen. De Wielewaal werd gekocht door de Tilburgse internist en directeur van het Elisabethziekenhuis, dr. J.B. Stolte en zijn echtgenote, voor hun gezin met zes dochters en zes zonen. Vandaar ook de naam van het tegenwoordige pand “Dubbel Zes”. Het pand, naast De Kure, heet tegenwoordig “De Deining”.

Aan het eind van 1934 verkreeg men een vergunning voor het bouwen van een ‘zomerwoning’ bij de duinrand. Dit werd het zomerhuis Wilgenhoek, dat werd verkocht aan de Haamsteedse huisarts M.C.J. Pilaar. Het huis bestaat nog maar is nauwelijks herkenbaar. In de jaren 60 heeft de familie Flohil-Verwest, die sedert 1937 aan de Lageweg het pension Zonneweelde, thans hotel De Zilvermeeuw, dreven, het zomerhuis Wilgenhoek gekocht en als horecagelegenheid ingericht. Zij doopten het om tot café-restaurant Zeelust, herinnering aan het verdwenen hotel van die naam.

In 1935 verkreeg men vergunning voor de bouw van een zomerhuis aan de Kampweg. Het nog bestaande huis, Kampweg nummer 4, werd geheel naar de geest der tijd Klein Hoeve genoemd. Later werd het huis, na verbouwing, waarbij aan de noordzijde een inpandige garage werd aangebouwd, Plak An genoemd.  

In 1937 startte de bouw van een zomerhuis aan de Kampweg nr. 2. Het huis werd Kamphuys genoemd. Het huis, gevorderd door de bezetter, raakte bij de bevrijding beschadigd maar kon worden hersteld. Na 1953 werd het huis omdoopte tot het Meezennest genoemd naar de nieuwe eigenaar Fam. Mees. Na enige tijd van bewoning had de heer Mees zich voorgenomen om de bunker welke zich boven aan de trap bevond, zich toe te eigenen en er een extra vakantiewoning van te maken. Alles voor de bebouwing was besteld. Materialen en andere benodigdheden stonden klaar onder aan de trap. Hr. Mees plaatste er n bordje bij met de vraag of iedereen die naar boven ging, één stuks mee te nemen en bovenaan weg te leggen. Onvoorstelbaar, het wonder geschiedde, binnen de korste tijd lag alles boven maar voor er begonnen kon worden met de aanpassingen werd het plan terug gefloten door de gemeente en zou alles gesloopt gaan worden.

Weskenshout, Lageweg 32 (verscholen achter het eeuwige groen)

 

Deze en onderstaande woning  zijn beide gebouwd in opdracht van Baron Alexander Schimmelpenninck - Van Oye. Voor verdere omschrijving zie hoofdstuk 34. bekendheden.

Weskenshage, Lageweg 34 

Hiernaast de "nieuwe" zomerhuizen aan de Steenweg. Links is het tegenwoordige "De deining", rechts het voormalige pension "Zonnehof". Tussen beide woningen is de ingang naar "De Kure".

 

De afbraak.

In 1942 werd begonnen met de aanleg van de Atlantikwall, een stelsel van Duitse vestingwerken langs de kust van West-Europa, van Noorwegen tot Spanje. In Nederland kwamen verdedigingsgebieden met kustbatterijen in de plaatsen Vlissingen, Hoek van Holland, Scheveningen, IJmuiden en Den Helder. De Atlantikwall moest een onneembare verdedigingslinie worden, voorzien van een lange reeks van vestingen, kanonnen, luchtafweergeschut, mitrailleurs, drakentanden, prikkeldraad, antitankgrachten, gevechtsbunkers en mijnenvelden. De aanleg van de Altantikwall was aanleiding voor ‘Raümung’, de systematisch sloop van huizen en gebouwen langs de kust van Nederland. Hierdoor gingen niet minder dan 15.000 gebouwen verloren. De hele duinstrook werd er min of meer ernstig door beschadigd. Talloze bunkers werden aangebracht. Westenschouwen werd Sperrgebiet. Iedereen moest eruit. Men mocht de meest kostbare inboedelgoederen meenemen. De huizen werden met resterende inboedel door de Duitse mililtairen in gebruik genomen. Maar in maart 1943 werd in een nieuw bevel van de Räumungskommissar dat er ‘sofort’ een aanvang gemaakt moest worden met afbraak en dat deze op 20 maart moest zijn afgerond. In de strijd sneuvelden de zomerhuizen het Zonnehuis (Van der Lugt Melsert),  De Abeelen (Blomme), Duindoorn (Du Croo), De Kolle (Ribbens), De Wijde Blick (Janzen), het hotel Zeelust (Van Vessum), De Vlinder (Doeleman), De Hut (Voorbeijtel-Bolle), het Duinhuys (Schimmelpenninck van der Oye), de Zeedraak (Hudig/Mesdag) en Weskenshil (Van Vessem).. Merkwaardigerwijs komt Casula Nostra, aan de Kampweg hoog in de duinen niet voor op de ‘pünktlich’ samengestelde Liste der in Westenschouwen abzubrechenden Häuser. De vijf zomerhuizen van de eigenaar van Hotel Bom te Haamstede, Meidoorn, Ribes, Kamperfoelie, Wilde Roos en Lijsterbes werden möbiliert beschlagnamt. Ook de naast elkaar gelegen zomerhuizen Weskenshage  en Weskenshorst  van A. baron Schimmelpenninck van der Oye aan de Lageweg werden in beslaggenomen.  Op dezelfde dag werd ook het volledig ingerichte zomerhuis Wilgenhoek van M.C.J. Pilaar te Apeldoorn met bedden, dekens en linnengoed gevorderd. Het was gut möbiliert. Het sehr gut möbilierte zomerhuis Klein Hoeve aan de Kampweg, van de familie Van der Mersch-de Savornin Lohman te Zeist werden gevorderd.

 

Tot slot. 

 

Westenschouwen heeft zich na de oorlog als ‘badplaats’ verder ontwikkeld. De herbouw en herstel van de zomerhuizen werd na 1945 met rijkssteun in hoog tempo ter hand genomen. Westenschouwen raakte in trek, ook bij buitenlandse gasten. Met de komst van de vaste oeverbindingen ten gevolge van de Deltawerken is het eiland aanzienlijk beter en sneller bereikbaar geworden. Vele nieuwe zomerhuizen zijn gebouwd en recreatiemogelijkheden, kampeerterreinen en parken met recreatiewoningen, ingericht. Het is voller en – in het seizoen – drukker geworden, maar de structuur van Westenschouwen is grotendeels in stand gebleven en het bescheiden landelijke karakter is behouden.  

 

 

 

Rechts van de trap bij rotonde
Rechts van de trap bij rotonde
Links van de trap bij rotonde
Links van de trap bij rotonde